De Kantonrechter Rotterdam ging in 2007 over tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst van een te dikke scheepskok. Deze kwam niet door de keuring heen, ook niet na een periode van twee maanden waarin hij diende af te vallen. Doordat de werknemer werd afgekeurd, kon hij niet meer zijn werkzaamheden verrichten. Ondanks dat werknemer aanvoerde dat het niet aan hem te wijten was dat hij niet was afgevallen, omdat hij er alles aan zou hebben gedaan met behulp van zijn huisarts en diëtist om dit te bereiken, was de kantonrechter van oordeel dat dit wel degelijk aan werknemer te wijten was met als gevolg dat de kantonrechter over ging tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst en geen reden zag voor toekenning van een ontbindingsvergoeding.
Op 23 september 2011 heeft de Kantonrechter Tilburg een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer met overgewicht toegewezen. Deze werknemer was al een aantal jaren arbeidsongeschikt. Doordat obesitas morbide als chronische ziekte wordt gezien (volgens de Commissie Gelijke Behandeling op 31 augustus 2010), gold er een bijzonder opzegverbod. Dit staat een ontbinding niet in de weg indien een situatie ontstaat die niet langer werkbaar is of die een onevenredige belasting voor de werkgever vormt, hetzij door organisatorische problemen, hetzij door andere problemen. De kantonrechter was van mening dat na vier jaar intensieve begeleiding door de werkgever niet meer van haar verlangd kon worden dat zijn nog verdere aanpassingen in haar organisatie zal doorvoeren. Bovendien trok de kantonrechter de conclusie dat de duur en frequentie van de afwezigheid van de werknemer de afgelopen vier jaar voor problemen zorgde bij de inzet van de werknemer. Aangezien de werkgever te weinig aandacht had gehad voor de reïntegratie werd wel een ontbindingsvergoeding toegekend.
Een paar weken later, op 4 november 2011, heeft de Kantonrechter Zwolle zich over een soortgelijke situatie mogen buigen, waarbij tevens als uitgangspunt werd genomen dat obesitas morbide een chronische ziekte is. In deze situatie was ook duidelijk dat de werknemer door zijn overgewicht arbeidsongeschikt was geworden. In deze kwestie werd het ontbindingsverzoek afgewezen, omdat de werkgever slechts enkele maanden voor het indien van het ontbindingsverzoek ondubbelzinnig kenbaar had gemaakt dat het functioneren van de werknemer, als gevolg van zijn overgewicht, te wensen overliet.
Van belang is derhalve dat de werkgever de werknemer tijdig wijst op eventueel disfunctioneren als gevolg van het overgewicht van de werknemer. Voorts dient de werkgever zich voldoende in te spannen om een werknemer met obesitas morbide te ondersteunen en de werknemer voldoende tijd te geven om daadwerkelijk maatregelen te kunnen ondernemen. Indien de werkgever op deze wijze handelt, kan een ontbindingsverzoek om deze reden, al dan niet met een ontbindingsvergoeding, worden toegewezen. Uiteraard is het nog wel afwachten of deze lijn gevolgd wordt door andere kantonrechters.