Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch oordeelt in haar uitspraak van 17 februari jl. dat onder omstandigheden het niet verlenen van toestemming door de werknemer aan de bedrijfsarts voor het voeren van nader overleg met de behandelend arts, waardoor geen goed oordeel over de werkhervatting van werknemer kan worden gegeven, tot een rechtsgeldige loonstop leidt.
Bij arbeidsongeschiktheid van een werknemer is de werkgever op grond van artikel 7:629 lid 3 sub d BW bevoegd om het betalen van loon te staken voor de tijd gedurende dat een werknemer zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan door de werkgever of de door hem aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen die er op gericht zijn om de werknemer in staat te stellen passende arbeid te verrichten.
In onderhavig geval heeft de bedrijfsarts, na een bezoek aan de werkneemster, bericht dat hij nadere (medische) informatie nodig heeft om een goed oordeel over mogelijke werkhervatting te kunnen geven. De werkneemster heeft echter geweigerd toestemming tot inzage in haar medisch dossier en overleg met haar behandelend arts te geven. De werkgever heeft daarop de loondoorbetaling gestaakt.
De kantonrechter heeft in een loonvorderingsprocedure geoordeeld dat de werkneemster terecht een loonsanctie is opgelegd, nu zij geweigerd heeft een machtiging te ondertekenen waarmee de bedrijfsarts medische informatie kon opvragen bij de behandelend arts.
Het hof is het daarmee eens. Volgens het hof kan het verzoek van de bedrijfsarts aan de werkneemster, om de machtiging te ondertekenen voor het verkrijgen van medische informatie van de behandelend arts, aangemerkt worden als een redelijk voorschrift in de zin van artikel 7:629 lid 3 onder d BW. De werkneemster had overigens ook geen deugdelijke grond voor het niet, althans niet voldoende, meewerken.